Foto: Sjaak Boot

De chauffeurs hebben er nu zo’n 200.000 ritjes op zitten. Het zand is nodig voor de nieuwe snelweg en voor de aanleg van tijdelijke wegen. Jan Span, manager grondstromen bij De Groene Boog: “Er is heel veel zand nodig voor de aanleg van de nieuwe snelweg. Het wordt in eerste instantie gebruikt als voorbelasting om de slappe ondergrond te laten inklinken, voordat er gestart kan worden met het bouwen van de weg, tunnel en viaducten. Het zorgt voor een stevige en constructieve ondergrond.”

Zand voor tijdelijke bouwweg

Een deel van het zand is gebruikt voor de aanleg van de tijdelijke bouwweg, waarmee het bouwverkeer wordt gescheiden van het reguliere verkeer. Zo wordt het zand op meerdere plekken na elkaar slim ingezet, en uiteindelijk vindt het merendeel ook een eindbestemming in het project: als ondergrond voor de aarden baan van de weg, bij de landhoofden van de viaducten en in de grondwallen waarmee de weg ter hoogte van Schiebroek wordt ingepakt.

Het zand heeft al een hele reis achter de rug, voordat het op z’n plek ligt. Vanuit het Markermeer en de Noordzee wordt het zand met zandzuigers van de bodem gezogen. Een binnenvaartschip transporteert het naar de vijf loskades in Nieuwerkerk aan den IJssel, Schiedam en Rotterdam en daarna gaat het per vrachtwagen het werkgebied in.

Logistieke uitdaging

Er zijn diverse overslaglocaties. Jan Span: ”Die locaties liggen op zo kort mogelijke afstand van de bouwplaats, zodat vrachtwagens zo min mogelijk het verkeer belasten. Vanaf sommige locaties wordt 20.000 kuub per week gelost. Dat zijn 25 vrachten per uur.” Vanaf onder andere de Rotterdamse Keilehaven transporteerde het team grote hoeveelheden zand naar het werkgebied van de A16 Rotterdam. Span: “Op topdagen reden er ruim 80 vrachtwagens. Op het hoogtepunt vervoeren we meer dan 60.000 kuub zand per week.”

Samenwerking

Arjan Visser, directeur techniek bij De Groene Boog: “Het is een enorme logistieke operatie om die ruim 200.000 vrachtwagens met zand op het juiste moment op de juiste plek in het project te krijgen. En dat met zo min mogelijk overlast voor de omgeving”. Ronald Vlieland, technisch manager bij Rijkswaterstaat beaamt dat: “Het is ongelooflijk als je beseft hoe ontzéttend veel zand dit is en hoeveel mensen daar, van de zandwinplek tot en met de verwerking op de bouwplaats, hun bijdrage in hebben gehad. Een logistieke operatie van deze omvang in stedelijk gebied en dat dit met vele chauffeurs gebeurt, is een bijzondere uitdaging. De samenwerking in de logistieke keten is de sleutel tot succes: van schipper tot kraanmachinist, van chauffeur tot uitvoerder en projectleider.”

Bron: Rijkswaterstaat