Aangepast advies Beter Leren Keren

Drie jaar geleden publiceerde het ENW het advies Beter Leren Keren, dat stelt dat meten en monitoren een meer structurele plaats moet krijgen in de keten van waterveiligheid. Het advies werd goed ontvangen, maar was niet concreet genoeg om echt mee aan de slag te gaan. Pas-afgestudeerden Rosalie Fidder en Martine Rottink deden nader onderzoek en formuleerden uitgangspunten waarmee het advies een stuk praktischer werd.
Aangepast advies Beter Leren Keren| Land Water

Infostroom, het magazine van ENW, gaat uitvoerig in op dit onderwerp. Rosalie is afgestudeerd in watermanagement aan de Wageningen Universiteit. Martine deed een master waterbouwkunde en een master wetenschapscommunicatie aan de TU Delft. Martine: “Stefan Aarninkhof vertelde me over dit project en het leek me een leuke combinatie tussen techniek en sociaal onderzoek, wat ik ook in mijn studie heb gecombineerd.” Rosalie werd geattendeerd door Jantsje van Loon. “Door dit onderzoek hoefde ik nog niet te gaan solliciteren en kon ik toch alvast betaald werk doen.”

Concrete doorvertaling Beter Leren Keren

“Het advies Beter Leren Keren uit 2017 was vooral een visie”, vertelt Martine. “Onze opdracht was: maak een concrete doorvertaling naar de praktijk. Hoe kunnen we door extra te meten data inwinnen die bruikbaar is voor toekomstige projecten.” Rosalie: “We moesten linken naar projecten die al in het kader van  in de planning stonden. Dat bleek al snel praktisch niet haalbaar. Het HWBP bevat een lange lijst met werken die op basis van urgentie zijn ingedeeld. Maar daar wordt nog veel mee geschoven en het is lastig in de toekomst kijken welke projecten wanneer worden uitgevoerd en welke je nu al extra zou kunnen bemeten.”

Duidelijkheid scheppen

November vorig jaar begonnen Martine en Rosalie met interviewen van deskundigen van STOWA, waterschappen, Rijkswaterstaat en adviesbureaus. “We kregen al snel het gevoel dat iedereen een ander idee lijkt te hebben over wat meten en monitoren precies inhoudt. Geleidelijk aan werd de hoofdmoot van ons onderzoek dan ook het opstellen van een raamwerk, als hulpmiddel om bij toekomstige gesprekken over meten en monitoren meer duidelijkheid te scheppen.” Het idee om een lijst met te monitoren projecten op te stellen, verdween wat naar de achtergrond. “Sommige projecten worden toch niet uitgevoerd of zijn juist al afgerond en daarmee is die lijst al snel niet meer relevant.”

Belangrijkste topics

Rosalie en Martine werkten vijf maanden, vier dagen per week nauw samen. “Na de eerste verkennende interviews gingen we dieper op het onderwerp in met experts die betrokken zijn bij het HWBP, om vanuit de praktijk te horen wat de belangrijkste topics zijn waar meten en monitoren een bijdrage aan kan leveren. Na de interviews gingen we altijd even sparren met Stefan, Jantsje en Rinse Wilmink. Midden in de corona lockdown hebben we uiteindelijk in twee online webinars met deskundigen het raamwerk en de lijst met mogelijke projecten verder kunnen aanscherpen.”

Slimme manier

Stefan Aarninkhof was een van de begeleiders van het onderzoek en is als voorzitter van de werkgroep Kust betrokken bij het inmiddels aangepaste advies Beter Leren Keren. Hij is enthousiast over de uitkomsten van het onderzoek. “Veel dijkversterkingsprojecten worden nu al gemonitord, onder meer vanwege vergunningverplichtingen. Het idee achter Beter Leren Keren is om extra data te verzamelen voor toekomstige kennisontwikkeling. Het onderzoek van Rosalie en Martine heeft laten zien dat we nog een stap verder kunnen gaan, door ook kennis op te doen voor het beheer en onderhoud tijdens de hele levenscyclus van een kering. Het is een slimme manier om het maximale te halen uit iets wat je toch al doet.”

Shortlist

Daarnaast hebben Rosalie en Martine een shortlist gemaakt van zes projecten die als eerste in aanmerking komen voor extra metingen. “Hier zit geen systematische afweging achter, maar het zijn wel de projecten die in de gesprekken met deskundigen steeds weer naar voren kwamen. Dus dat zijn goede voorbeelden om mee te beginnen.” Die lijst is dan ook opgenomen in het vernieuwde advies Beter Leren Keren, dat het ENW onlangs heeft goedgekeurd. “In het eerste advies hebben we alleen een aantal pijlers van meten en monitoren geïdentificeerd. Nu zijn we veel concreter geworden, door allereerst aan te geven welke projecten ervoor in aanmerking komen en wat daar concreet moet gebeuren.” In het nieuwe advies staan vier aanbevelingen. “Allereerst zeggen wij: omarm die zes genoemde projecten en maak een van de uitvoerende organisaties verantwoordelijk voor de monitoring. Ten tweede: start de doorontwikkeling van elke case met een nut- en noodzaakanalyse, waarin met name de baten op toekomstige projecten goed in beeld worden gebracht. Zorg vervolgens voor een strategische drijfveer voor de projectleiders binnen het HWBP. Normaal worden die afgerekend op tijd en budget en is er geen reden om te investeren in meten en monitoren voor het volgende project. Wij willen juist aanmoedigen dat iemand dat wel doet en daar mag een beloning tegenover staan. En ontwikkel een financieringskader. Voor dit soort projectoverstijgende metingen moeten generieke potjes zijn.”