Kienehoef ligt aan de noordzijde van Sint-Oedenrode. Ten zuiden ervan stroomt de rivier de Dommel. Het gelijknamige waterschap heeft ervaring met extreme regenbuien, een hoger risico aan overstromingen, schadeclaims van boeren, maar tegelijkertijd ook onttrekkingsverboden vanwege de droogte. De urgentie van een veerkrachtig watersysteem is helder. Gezien het overstijgende karakter van de Dommel in het Dommeldal (tussen Eindhoven en ’s-Hertogenbosch; dommelmozaïek.nl) is samenwerken nodig. Uit het klimaatmodel blijkt in Sint-Oedenrode inundatie te ontstaan, dat maar ten dele kan worden geborgen in het stedelijke gebied van de Neul. Een lokale aanpak is nodig om wateroverlast in de regio te voorkomen door samenwerking aan te gaan met de gemeente Meierijstad. Ook die wil haar bewoners in Sint-Oedenrode beschermen tegen hoogwater, natte voeten en droogte.
Met de gemeente als beheerder enerzijds, de stedenbouwkundigen van LOS Stadomland (uit Vught) en de wateradviseurs van Akertech (uit Udenhout) is een soort ‘werkpartij’ als ontwerpteam ontstaan. Door de verschillende vakdisciplines binnen het ontwerpteam te bundelen, hebben we elkaar kunnen uitdagen en buiten de lijntjes leren te kleuren. Dit bracht een projectcultuur van ‘alles mag gezegd worden; we zijn allemaal gelijk’. Nadat de eerste kaders op papier waren gevormd, heeft LOS Stadomland de lijnen uitgezet voor de online informatie- en communicatievoorziening en is zij offline met de bewoners in gesprek gegaan. Van plenair tot individueel is gesproken met betrokken bewoners, die met ‘open vizier’ zijn benaderd. Het resultaat van deze benadering is dat de bewoners de cultuur van ‘alles mag gezegd worden’ hebben overgenomen. In een periode van circa zes maanden zijn de ontwerpen met inrichtingsmaatregelen meerdere malen overlegd en verfijnd. Door deze ontwerp-iteratie zijn de bewoners meegenomen in het ontwerpproces en hebben zij inzicht gekregen hoe te komen tot werkbare oplossingen.
Water(in)richting
Om de bewustwording van water te versterken, was de ambitie het regenwater zichtbaar in de wijk te houden, ofwel het regenwater oppervlakkig te laten afstromen. Dit is mogelijk met voldoende afschot in de straten, gebruik van molgoten en open goten, inpassing van wadi’s en (historische) slootprofielen. Vanuit financieel oogpunt zijn diverse oplossingen vervallen. Zo bleek het op voldoende afschot brengen van de wijk te leiden tot terreinverlaging, zowel in openbaar als particulier gebied. De gevolgen voor de bestaande ondergrondse infrastructuur zijn hoog; de putkoppen zouden hoger komen te liggen dan het wegdek en de huisaansluitingen en bestaande nutsvoorzieningen zouden nog maar beperkte gronddekking krijgen. Vanuit maatschappelijk oogpunt bleek het toepassen van slootprofielen in de wijk op weinig bijval te kunnen rekenen. Het brengen van het meer landelijke karakter in de wijk werd door de bewoners toch meer ervaren als het uitlokken van mogelijke dumpplekken voor afval en een verhoogde kans op ongedierte.
Uiteindelijk is een drietraps oplossing in de wijk bereikt om nader invulling te kunnen geven aan de trits vasthouden-bergen-afvoeren van regenwater. Ook is het aantal verhardingen in de wijk afgenomen en zijn de toepassingen van halfverhardingen door de bewoners zelf hoog ingezet.
Waterkwaliteit en duurzaamheid
Deze aanpassingen hebben effect op de waterkwaliteit. De samenstelling van grondwater is natuurlijk anders dan van afstromend regenwater. Waterschap de Dommel blijft het oppervlaktewater van de vijver monitoren. Vooralsnog is geen specifiek vuilfuik ontworpen om de samenstelling van het afstromende regenwater te verbeteren. Er wordt juist verwacht dat over de afgelegde weg (de route van regenwater vanaf de weg tot in de vijver), veel stoffen neerslaan of tot binding komen in de kolken met zandvang, het infiltratieriool en de wadi’s. Vuilfuiken zouden dan wellicht niet nodig zijn.
Vanwege de waterkwaliteit is er ook voor gekozen om alleen de daken aan de voorzijde van de woningen af te koppelen van de bestaande riolering. Het aanbieden van het regenwater afkomstig van die daken vind bij voorkeur zichtbaar plaats, ofwel dit moet oppervlakkig afstromen door de voortuinen naar het openbaar gebied. Hiermee zijn eventuele foutaansluitingen van lozingstoestellen per woning snel op te sporen, omdat het visueel zichtbaar zal zijn tijdens regen of vervuiling zal aftekenen op de openbare verharding.
De daken aan de achterzijde van de woningen worden niet afgekoppeld, evenals de uit- en aanbouwen aan de achterzijde en de schuurtjes. De kans op foutaansluitingen van lozingstoestellen ligt vele malen hoger en is lastiger visueel vanaf openbaar gebied te traceren. Dit regenwater blijft aangesloten op het bestaande riool.
Het effect op de waterketen wordt niet vergeten. Door het regenwater van het gemengde riool af te halen ontvangt het eindgemaal minder afvalwater om te verpompen. De waterzuivering ontvangt ook minder afvalwater om te zuiveren.
Planoplevering
Aangaande een klimaatadaptieve inrichting moet het voor de bewoner niet als ‘een zorg’ worden ervaren. Het ‘zorgen voor’ voelt als een verantwoordelijkheid en dus als ‘werk’. De meeste bewoners veren hierbij niet snel op uit hun stoel. Het nemen van tijd voor discussie en het herhalen van de klimaatboodschap in de media zijn onderdeel van het bereiken van het klimaatadaptieve doel van de gemeente. Natuurlijk is er een planning, maar de factor tijd mag geen boventoon voeren in de ontwerpfase om tot een breed gedragen plan te komen.
De bewoners van de wijk Kienehoef zijn op zaterdag 28 september 2019 opnieuw op de hoogte gebracht, ter afronding van het totale inrichtingsplan. Hierbij hebben enkele bewoners de klimaatadaptieve inrichting van hun eigen straat gepresenteerd. Gelijktijdig was een markt georganiseerd voor het opdoen van klimaatadaptieve ideeën voor in de eigen tuin. Want, het afkoppelen van de voorzijde van de daken betekent ook iets voor de inrichting van de voortuinen.
Michiel Bosch werkt als adviseur stedelijk water bij Akertech Adviseurs.