Van ontwerpen die sterk verschillen wat betreft het soort materiaal dat wordt gebruikt en/of de hoeveelheid materiaal dat wordt gebruikt, kan de milieukwaliteit, ofwel de MKI-score, fors verschillen. Bij een DuboCalc-berekening worden alle materialen en materiaalhoeveelheden van een variant ingevoerd. Pas na deze rekenexercitie wordt duidelijk hoe een alternatief scoort, terwijl je vooraf inzicht wilt hebben in het duurzaamheidseffect van bepaalde maatregelen. Bij dijkversterkingstrajecten met een gebiedsontwikkelingsopgave valt te denken aan het al dan niet onttrekken van grond elders uit het gebied ten behoeve van de dijkversterking. Een ander voorbeeld is de keuze die moet worden gemaakt tussen een minder ruimte innemende en duurdere technische oplossing versus een grondoplossing in de vorm van een steunberm met een flauw talud en meer onderhoud. Een van de te maken afwegingen is duurzaamheid; de uiteindelijke keuze zal worden bepaald door het bredere afwegingskader. De milieu-impact van materialen is immers slechts één van de te beoordelen aspecten.
Inzicht vergroten
Om betrokkenen in het ontwerpproces inzicht te geven in MKI-effecten van maatregelen voor dijkverzwaring, ontwikkelde Lievense MKI-bouwstenen. Met MKI-bouwstenen is op eenvoudige wijze ook een (milieu)kostenraming te maken. Een bouwsteen is een functioneel samenhangend pakket van materialen en producten. Denk voor de gww-sector aan een verankerde damwand, klinkerweg, asfaltweg of erosiebestendige grond (klei) voor stabiliteit aan de buitenzijde van de dijk. Per bouwsteen wordt de milieu-impact weergegeven per 100 m dijklengte. Voor de bouwstenen die grondverzet betreffen, geldt een afwijkende eenheid: schaduwkosten in € per 1000 m3 grond. Voor het bepalen van de milieu-impact MKI moet deze waarde ten slotte worden vermenigvuldigd met het grondvolume dat nodig is in 100 m dijk. Een ander voorbeeld van een bouwsteen is een verankerde damwand. Die bouwsteen bestaat niet alleen uit de damwand zelf, maar ook de daaraan gekoppelde ankers. De MKI-bouwsteen damwand bedraagt € 40.700 per 100 meter dijklengte. De bouwsteen voor de aanvoer van erosiebestendige grond heeft een MKI-waarde van € 6.030 per 1000 m3, ofwel € 6/m3 grond. De waarde van de MKI-bouwsteen voor aanvoer van grond is € 4.450/1000 m3. Is daarentegen grond van elders van het gebied inzetbaar, dan is dit ca. € 1.200/1000 m3. Voor de dijkversterking met damwand is eenvoudig de MKI-impact te berekenen. Zonder grond uit eigen gebied is de MKI circa € 60.000 per 100 m dijk. Met grond uit eigen gebied is dit slechts 5 procent lager omdat er buiten de erosiebestendige grond van buiten het gebied maar weinig grond nodig is. In ontwerpoplossingen voor dijkversterking die veel grondverzet met zich meebrengen, is het benutten van grond uit het gebied heel gunstig voor de MKI-score van de dijk. Met de MKI-bouwstenen is eenvoudig te becijferen dat dit kan leiden tot wel 30 procent reductie als alle benodigde grond in het gebied aanwezig zou zijn.
Kansrijke alternatieven
Als eenmaal verschillende dijkoplossingen in beeld zijn gebracht, is de volgende stap het doorrekenen van kansrijke alternatieven met verschillende soorten dijkoplossingen in een tracé. Een quickscan van effecten op de MKI is dan te realiseren via de bouwstenen methodiek door de juiste lengte van de verschillende soorten dijkoplossingen door te voeren. Circulaire gebiedsontwikkeling is meer dan alleen de beoordeling van materialen. Het gaat om het integraal afwegen van people, planet en profit aspecten. Met de in dit artikel aangegeven bouwstenenmethode zijn MKI’s van alternatieven via een quickscan te waarderen. Waar met de officiële DuboCalc-berekening veel invoer nodig is, is de grote winst van de door Lievense ontwikkelde bouwstenenmethode dat heel snel een indicatieve MKI-calculatie is te maken bij het begin van een project om de milieubelasting van ontwikkelde varianten te vergelijken. Maar het is niet gezegd dat de variant die het best scoort op de MKI ook zal leiden tot de variant die qua circulariteit het best scoort. Immers, ook andere aspecten die bijdragen aan waardecreatie, zoals ecologische en ruimtelijke effecten, dienen niet uit het oog te worden verloren.
Annemarie Weersink is senior adviseur Duurzaamheid bij Lievense; Peter Karssemeijer is senior consultant en manager Water en Omgeving bij Lievense en Mandy Lingeman is beleidsadviseur Planvorming bij Waterschap Vallei & Veluwe.