Verhoging van het slootpeil en infiltratie van graslandpercelen met water lijken geschikte instrumenten om de uitstoot van broeikasgassen door afbrekend veen te beperken. Dat is een van de voorlopige onderzoeksresultaten van het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV), uitgevoerd door een consortium van universiteiten en kennisinstellingen onder regie van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA).
Van andere maatregelen zijn nog te weinig gegevens beschikbaar om nu al uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit. Het NOBV, gefinancierd door het ministerie van LNV, onderzoekt op verschillende locaties de effecten van waterinfiltratiesystemen, natte teelten en bodemaanpassing. Het NOBV levert ook een methodiek voor de monitoring op.
Effectieve maatregel broeikasgasemissies
Van een simpele, of allesomvattende oplossing is geen sprake. De resultaten van het NOBV tot nu toe laten zien dat verhoging van het slootpeil en passieve en actieve waterinfiltratiesystemen in het algemeen effectief zijn als maatregel om broeikasgasemissies uit veengronden tegen te gaan. Tegelijk komt uit het onderzoek van het NOBV naar voren dat bij de uitstoot veel factoren een rol spelen, zoals bodemtemperatuur, bodemvocht, pH, het type gewas en de samenstelling van het veen. Ook blijkt uit onderzoek dat methaanemissies kunnen optreden bij vergaande vernatting van graslanden met grondwaterstanden boven 20 cm onder maaiveld, bij natte teelten en natuurontwikkeling. Echter is het op dit moment nog te vroeg om hier goed onderbouwde uitspraken over te kunnen doen. Het eind 2019 gestarte NOBV loopt nog door tot in ieder geval 2024.