De Raad heeft op verzoek van het kabinet een advies uitgebracht over de hoogte van de uitvoeringskosten van het klimaatakkoord en hoe deze uitvoeringskosten moeten worden bekostigd. Ook adviseert de Raad om lokale, regionale en landelijke inspanningen onderling goed af te stemmen om zicht te houden op het uiteindelijke doel: 49 procent CO2-reductie in 2030.
De Raad komt voor de decentrale overheden uit op een bedrag van in totaal 1,8 miljard euro voor de periode 2022-2024. Dit bedrag hebben decentrale overheden nodig om op korte termijn voldoende mensen aan te nemen en in te huren. Bijvoorbeeld om een lokaal klimaatplan op te stellen en no regret-maatregelen uit te voeren.
De Raad adviseert dat de waterschappen deze uitvoeringskosten via een verhoging van hun heffingen bekostigen. De waterschappen zullen hierover binnen de vereniging van de Unie van Waterschappen het gesprek aangaan.
Lees hier het rapport ‘Van Parijs naar praktijk’