Sinds 2019 zet Rijkswaterstaat de Haringvlietsluizen op een kier. Trekvissen hebben hiermee weer de mogelijkheid om stroomopwaarts de rivieren op te trekken naar hun paaigebieden. De veranderingen die dit met zich meebrengt, worden nauwgezet gevolgd. Dit gebeurt onder meer door bemonstering van dierlijk plankton (zoöplankton). Bij de bemonsteringen de afgelopen jaren zijn deze soorten aangetroffen. In 2018, bij het vaststellen van de uitgangssituatie, werden deze soorten nog niet gevonden.
Het aantreffen van laatstgenoemde raderdier (Synchaeta kitina) is mogelijk een effect van het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen. Voor de andere twee vondsten (Eubosmina berolinensis en Polyarthra luminosa) is die relatie niet direct te leggen. Het aantreffen van deze soorten zegt vooral iets over veranderingen in de fauna van Nederlandse wateren door een verbetering van de waterkwaliteit.