Onderhoud betonnen constructies uitdaging

Wegenbouw 04-04
(Foto: Rijkswaterstaat)
(Foto: Rijkswaterstaat)

Nederland staat bekend om zijn uitgebreide infrastructuur, zoals bruggen, viaducten, tunnels, en waterwerken, die voor een groot deel van beton zijn. We hebben ze elke dag hard nodig! Maar omdat veel van deze betonnen constructies 50 jaar of ouder zijn, staat Nederland voor een grote onderhouds- en vervangingsopgave.

 

 

(Foto: Rijkswaterstaat)
(Foto: Rijkswaterstaat)

(Betonnen constructies, zoals bij de Merwedebrug, moeten worden gemonitord.)

Veel van de betonnen infrastructuur in Nederland is aangelegd in de naoorlogse periode, dus een flink deel is te oud. Doordat we de constructies veel gebruiken en doordat ze bloot staan aan het weer, slijten ze hard. Rijkswaterstaat en andere organisaties wijzen op de problemen die we steeds meer zien, zoals scheuren en corrosie van wapeningsstaal. Deze problemen maken de constructies zwakker en onveiliger.

 

Hoe groot is de uitdaging?

In de nieuwsbrief van de Betonvereniging staat dat moeilijk is te bepalen hoe groot de onderhouds- en vervangingsopgave precies is in harde cijfers. Dit hangt af van de staat van de constructies zelf, veranderende veiligheidsnormen en beschikbare budgetten. Maar onderzoeken, zoals het Landelijk prognoserapport Vernieuwingsopgave infrastructuur van TNO uit 2023, laten zien dat honderden bruggen, viaducten en tunnels in de komende jaren toe zijn aan onderhoud of vervanging. Dit is niet alleen een technisch of logistiek probleem, maar ook een geldkwestie.

De kosten om al die betonnen constructies te onderhouden of vervangen lopen in de miljarden euro's. Het Economisch Instituut voor de Bouw verwacht dat 2,4 miljard euro nodig is. Elk jaar. En doordat we nu weinig doen, kan dit wel 3,7 miljard euro per jaar worden. De rijksoverheid en lokale overheden moeten hun geld op een verantwoorde manier verdelen, terwijl er geld over moet blijven voor de vele andere zaken die we willen, zoals gezondheidszorg en onderwijs. Dit betekent dat we aandacht moeten hebben voor de planning en goed moeten kijken welke constructies we als eerste moeten doen. Dat is een moeilijkere vraag dan het lijkt, want hoe bepaal je van honderden constructies welke je nu doet en welke nog even kunnen wachten?

 

Kennis en mensen

Om te weten welk onderhoud nu nodig is en welk onderhoud later kan, is er kennis nodig. Allereerst natuurlijk kennis over hoe de constructies er nu aan toe zijn. Het TNO-rapport laat zien dat vooral gemeenten en provincies hier al tekortschieten. Als je niet weet hoe je ervoor staat, weet je ook niet wat je moet doen. Maar zelfs als je wel weet dat er een probleem is, heb je specialisten nodig die kunnen onderzoeken wat er aan de hand is en kunnen adviseren over de beste oplossing. En als dat bekend is, heb je de mensen nodig die het werk ook gaan doen. Dit zijn allebei moeilijke punten: het aantal specialisten groeit te weinig en we komen handen te kort die kunnen uitvoeren.

 

Innovaties en duurzaamheid

Maar elke uitdaging biedt kansen, in dit geval voor innovatie en duurzaamheid. Nieuwe bouwmaterialen en -technieken, zoals zelfhelend beton en geavanceerde sensortechnologie die een constructie in de gaten houdt, kunnen helpen om de levensduur van constructies te verlengen en onderhoudskosten te verlagen. En we moeten door deze situatie beter nadenken over wat we willen. Waar we eerst nog ‘gewoon’ iets sloopten en nieuw bouwden, moeten we nu de milieu-impact daarvan meenemen in het besluit. Moeten we echt slopen of kunnen we de constructie nog repareren of versterken? Kunnen we (een deel van) het beton ergens anders hergebruiken, zoals al wel gebeurt met liggers van bruggen of viaducten? Of kunnen we, als we toch echt moeten slopen, het beton hoogwaardig recyclen zodat het meer waarde heeft dan als puin onder een weg?

 

Vooruitblik

Met de nieuwe technologische ontwikkelingen en een groeiend besef dat duurzaamheid noodzakelijk is, kunnen wij in Nederland deze lastige uitdaging aangaan. Het vraagt een slimme aanpak en samenwerking tussen overheden, ingenieurs en de bouwsector, met genoeg geld om het allemaal te kunnen betalen en innovaties die ons verder helpen. We werken toe naar het doel dat ook toekomstige generaties onze infrastructuur veilig kunnen gebruiken. “Dan kijken zij terug naar nu en kunnen zij zeggen dat wij toen de goede keuzes gemaakt hebben en de juiste stappen gezet hebben”, aldus de Betonvereniging.