Foto: William Moore
Kribben zijn de stenen dwarsliggers in de rivier. Ze houden de vaargeul en oever op hun plaats. Ook voeren ze stenen, ijs, grind en water goed af. Door 35 kribben en vijf oevers te verlagen, zorgt Rijkswaterstaat ervoor dat het rivierwater in het Pannerdensch kanaal bij hoge waterstanden beter doorstroomt.
Om de werkzaamheden uit te kunnen voeren, mag de waterstand niet te hoog of te laag zijn. Materieel en materiaal voeren ze namelijk vanaf het water af en aan. Zo veroorzaken ze zo min mogelijk hinder voor de omgeving. De kribverlaging wordt voor een deel met kraanschepen en voor een deel met materieel op de krib uitgevoerd. Met materieel op het land voert Rijkswaterstaat de oeververlaging uit.
Hinder op en langs Pannerdensch Kanaal
Het kanaal blijft tijdens de werkzaamheden bevaarbaar voor de scheepvaart. Wandelaars en fietsers kunnen het gebied tijdens de realisatie bezoeken, met uitzondering van de plekken waar wordt gewerkt.