Onderzoek funderingsproblemen Prinses Margriettunnel

Ondergronds 25-03
Onderzoek funderingsproblemen Prinses Margriettunnel

Nadat een deel van de tunnelmoot van de Prinses Margriettunnel naar boven kwam, schakelde Rijkswaterstaat onderzoeksinstituten Deltares en TNO in om de oorzaak te achterhalen. Hun bevindingen wijzen op corrosie als boosdoener.

Onderzoek funderingsproblemen Prinses Margriettunnel

Corrosie is een chemische reactie van staal met water. Dit verzwakte de fundering, waarna de opwaartse waterdruk onder de tunnel de fundering uiteindelijk fataal werd.

Nadat de oorzaak aan het licht kwam, onderzocht Rijkswaterstaat of er nog andere bouwwerken zijn met vergelijkbare funderingsconstructies en hetzelfde type staal. Hiervoor doken ze in het archief. Vier bouwwerken van Rijkswaterstaat bleken hetzelfde type voorspanstaven in de trekpalen te hebben. Bij deze bouwwerken is mogelijk ook een risico op het bezwijken van de fundering.

Het gaat om de opritten van de Heinenoordtunnel bij Rotterdam, de Tunnelbak in het Kleinpolderplein, de Taxandriatunnel onder de A2 bij Den Bosch en de Vollenhoventunnel bij Zeist. Ook opritten buiten het beheer van Rijkswaterstaat kennen dezelfde risico's: de Hemspoortunnel in Amsterdam en de Kiltunnel in Dordrecht. Uiteraard informeerde Rijkswaterstaat de betrokken beheerders hierover.

Monitoring

Op dit moment is er nog geen techniek beschikbaar om te controleren in hoeverre de ankerpalen al zijn bezweken. Om het risico op falen van de funderingen op tijd te kunnen signaleren, installeerde Rijkswaterstaat in december 2023 bij de zes tunnels een 24/7 monitoringssysteem dat continu de bouwwerken met risico in de gaten houdt. Bij vijf tunnels is tot op de dag van vandaag geen beweging waargenomen.

Bij de Vollenhoventunnel zagen we wel een opwaartse beweging bij een van de delen van de oprit, waarna direct werd ingegrepen. Zo plaatsten we betonblokken op de vluchtstroken om dit deel van de oprit op z’n plek te houden. Voor alle wegtunnels wordt nu een plan gemaakt om in de toekomst te blijven monitoren, om preventieve maatregelen te onderzoeken en om te kijken hoe Rijkswaterstaat de fundering kan herstellen wanneer nodig.